Jaarplanning

‘Ja hoor, daar gaan we weer,’ dacht ik toen ik de eerste serieuze berichten na de vakantiekiekjes zag.

‘September is het nieuwe januari!’ riepen meerdere mensen ineens online.

Moeten we nu behalve in januari, óók al in september met goede voornemens gaan smijten? Omdat we:

– deze zomer weer met een smulrol op het strand zaten?
– niet die 10.000 stappen per dag hebben gelopen of dat fotoalbum hebben gemaakt?
– dan in drie maanden nog even wél kunnen gaan verdienen wat ons de rest van het jaar met alle freelance opdrachten niet is gelukt? De mooie spreadsheets van januari ten spijt?

‘Vergeet het maar, daar ga ik mooi niet aan meedoen,’ dacht ik.

Toen besefte ik: het hoeft niet én-én te zijn, het kan ook of-of. In januari komen we doodmoe het nieuwe jaar in rollen, halfgaar van de meest recente griep. En met die energie moeten we dan plannen gaan maken. Terwijl we na de zomer zijn volgetankt met vitamine D, frisse salades en nieuwe inspiratie. Dat plant ineens heel anders.

Maar dan moet de planning ook lopen van september tot september. Een soort schooljaar plus. Dan hoef je niet het vuur uit je sloffen te lopen tot kerst, wat toch al zo’n drukke periode is. Eind juni sluit je je jaar af en dan doe je in de zomer alles wat is blijven liggen en broed je alvast op nieuwe plannen. Grappig genoeg zijn we zo’n jaarplanning ook jaren gewend, totdat we gaan werken. (Tenzij je in het onderwijs werkt natuurlijk.)

Het beste nieuws is: vanaf nu kunnen we op 1 januari lekker brak op de bank blijven zitten. Als iemand op een nieuwjaarsborrel vraagt: ‘En, heb je nog goede voornemens?’ Dan zeg je gewoon: ‘Dat zie ik in september wel weer.’

Zou jouw jaarplanning er heel anders uitzien als je hem in september zou maken?

Scroll naar boven