collage blauwe deur met arm

Blauwe maandag

Toen ik eindelijk na pak ‘m beet acht jaar was afgestudeerd (minus 1,5 jaar aftrek wegens goed gedrag), werd het tijd voor een Baan. Als rechtenstudent had ik verrassend genoeg het sociale licht gezien en ik wilde bij UNICEF gaan werken. Dus: solliciteren maar. Leeg CV, vol vertrouwen. Ik werd natuurlijk afgewezen: bij goede doelen willen ze graag door de geitenwol geverfde types en niet van die guppies zoals ik. Toen.

Dus zette ik m’n schouders eronder en schreef brief na brief. Ondertussen was ik vanwege een verbouwing tijdelijk bij m’n schoonouders beland en hoewel ik die heel erg lief vond, was dat een vrij sombere optelsom. Daar zit je dan: afgestudeerd, werkloos en bij je schoonouders in huis.

Enfin, een tijdelijk baantje bij de Sociaal Economische Raad lukte wel en daar stond ik op mijn eerste dag, met een lullig gilet aan en een dienblad met koffie in mijn handen. Na dag drie had ik mezelf bewezen en mocht ik lunch brengen bij de grote baas – toevallig de vader van een oud schoolvriendje. Dit wonderlijke feit bracht ik natuurlijk te berde, waarna de beste man mij wat meewarig aankeek. Tijd om deze organisatie te verlaten, leek me zo. Mijn leidinggevende zag het totaal niet aankomen.

De drie blauwe maandagen in de catering gingen me niet gelukkiger maken, uiteindelijk. Maar mooi was het wel. Dat gilet.

Comments are closed.